De onderstaande tekst is hoofdstuk 6 uit het boek Het universele pad dat J. van Rijckenborgh publiceerde aan het einde van de de jaren veertig in de twintigste eeuw. Daarin geeft deze stichter van de geestesschool van het Rozenkruis zijn visie op Pinksteren en de tempel van de natuur.
Als einddoel van het streven van de leerling op het pad staat voor zijn geestesoog ‘de tempel van de goddelijke natuur’ opgericht, de oorspronkelijke wezenswerkelijkheid, waarin de goddelijke natuur-van-den-beginne zich volledig zal kunnen uitdrukken. Het is de Lees verder